Côte d’ Azur: Zee, zon & rosé

Daar waar de Train des Pignes tufte, fiets je nu langs de schitterende Côte d’Azur. En met de moderne trein zit je zo in het binnenland, met zijn wijngaarden en middeleeuwse stadjes. Santé!

Golven slaan tegen de kliffen, waarboven een smal fietspad loopt. Hier tufte ooit de Train des Pignes. Door het trage tempo van de stoomtrein hadden reizigers de tijd om uit te stappen en dennenappels te verzamelen voor hun open haard. Keken ze ondertussen, net als ik nu, vol indruk naar de azuurblauwe zee? De spoorlijn doorkruiste veel bossen, waardoor het spoor bezaaid was met dennenappels; pignes in het Provençaals.

Ik fiets door de kuststrook Côte dAzur, van Toulon tot aan Fréjus. De nagenoeg vlakke fietsroute Parcours Cyclable du Littoral volgt deels de oude kustspoorweg, die hier tot 1948 lag. De aanleg was een flinke klus. De arbeiders gebruikten aan het eind van de negentiende en begin van de twintigste eeuw explosieven en boorden vier tunnels door de rotsen. Het bedrijf Eiffel bouwde metalen bruggen.

Toulon

Als ik met mijn reisgenoot Fergal het treinstation van Toulon uitloop, zie ik in het noorden de imposante Mont Faron liggen; een berg van grijs kalksteen, met plukjes groen. Een kabelbaan gaat naar de bijna 600 meter hoge top. In het zuiden bevindt zich de Middellandse Zee. Vanaf de haven fiets je zo de historische binnenstad in, met zijn smalle straten, pastelkleurige gevels en charmante pleinen.

Het is even puzzelen om de stad uit te komen, maar dan verschijnt het groen gekleurde fietspad in zicht. Niet te missen, met de metershoge toegangspoorten. In de badplaats Pradet zitten bewoners op het terras aan glazen bier en espressos, omringd door bejaarde eiken en gevels in roze en okergeel. Verderop ligt het strand van La Garonne, met een fraai uitzicht over de kustlijn. Omdat de route lang niet altijd naast het water loopt, maak ik soms een extra lus, bijvoorbeeld over een rustige weg door het natuurreservaat Massif de la Colle Noire. Dat betekent meer klimmen, maar met schitterende uitzichten als cadeautje. De vele planten vangen gulzig het zonlicht op, daarachter ligt de zee, zo blauw als de vleugels van een tropische vlinder. Hier en daar staat een landhuis.

Op het schiereiland Giens liggen de voormalige zoutpannen van Le Salin des Pesquiers, waar het hele jaar door flamingos vertoeven. Op hun hoge poten flaneren de vogels door het water, terwijl hun lange snavels voortdurend kopje onder gaan, zoekend naar lekkernijen. Die nacht slapen we in het duurzame Hotel Almanarre Plage, vlak bij het zandstrand. De hemel is pikzwart, vol sterren.

Oude wijncoöperatie

In de ochtend heeft het landschap iets dromerigs, de kleuren zijn licht zoals in een aquarel. Langs de kust fiets ik verder naar het plaatsje La Londe-Les-Maures, dat een meer dan honderd jaar oude wijncoöperatie heeft: Cave Coopérative de la Londe. In een rondvormige betonnen muur zitten metalen luikjes, waar nummers boven zijn geschilderd; iedere wijnmaker had vroeger zijn eigen vat.

Rosé is de populairste wijn, die volgens wijnmaker Jean Boucher vrij bleek moet zijn. “Dát wordt in de Provence als hoge kwaliteit gezien,” vertelt hij. Hij brengt de rode druiven op een temperatuur van zon vijf graden, en perst ze dan pas, zodat de schillen minder kleur aan de wijn doorgeven. “We verwijderen de schillen, maar niet de aromas.” Na een korte proeverij fietsen we, ietwat lichtjes in het hoofd, naar de haven, voor een lunch met verse vis.

De volgende dag lonkt het ene na het andere zandstrand, gelegen in fraaie rotsachtige baaien. Toch fietsen we door, want in de mediterrane tuin Le Domaine du Royal krijgen we een rondleiding van Stuart dAchery, een charmante jongeman met een rieten hoed en katoenen schoudertas vol fotos en kaarten. Een rijk echtpaar uit Parijs liet de villa bouwen, na 1940 breidde ingenieur Henry Potez de tuinen uit.

We wandelen door landschappen die lijken op die in de Canarische Eilanden, Australië, Zuid-Afrika en Californië. Allemaal delen ze hetzelfde mediterrane klimaat; droge, hete zomers en natte, gematigde winters. Stuart somt ondertussen volop weetjes over de flora op. “De tuin is een levend wezen,” zegt hij. “Als een boom hier sterft, kunnen ook andere planten in gevaar komen.”

Verder lezen?

Dit reisverhaal over de Cote d Azur staat in FietsActief 7.
Nu in de winkel. Of bestel ‘em hier online.

Tekst: Jessica de Korte Foto’s: Fergal Heeney & Jessica de Korte

Deel dit artikel

Over de auteur

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *