Fietsverlichting? Specialist Erik van Ginhoven geeft 10 tips

0

Zien en gezien worden onderweg: daar draait het om. Check daarom dit najaar je fietsverlichting en voorkom meteen even dat je anderen verblindt. Hoe? ­Specialist Erik van Ginhoven geeft tien tips.

Specialist Erik van Ginhoven: ‘In de stad is 30 LUX genoeg’

Fietsverlichting: 10 tips

1. ZICHTBAARHEID
“Zichtbaarheid, daar draait het uiteraard om bij fietsverlichting. Voor je eigen veiligheid is het wel zo prettig als anderen jou bijtijds zien. En zelf zien waar je rijdt is sowieso erg fijn. Zicht op het wegdek vlak voor je, maar ook een tiental meters vooruit. Veel moderne koplampen geven ook aan de zijkant licht. Met een iets bredere lichtstraal zie je dan ook de rand van het fietspad.”

2. DYNAMO
“Stroom wek je op met een dynamo. De aloude banddynamo is er voor nog geen tientje. Maar die slipt snel op een natte band en levert weerstand op. Beter is een dynamo in de voornaaf. Of losse lampjes, liefst met een een oplaadbare accu.”

3. LED
“De belangrijkste ontwikkeling in de afgelopen jaren is de overstap van het aloude fietslampje naar led. Een fietslampje brandde nog weleens door. Met ledlampjes is dit nooit het geval.”

Een ledlamp bestaat uit kleine elektronische lichtpuntjes die samengepakt voor helder licht zorgen. Om lampen onderling te vergelijken, kijk je naar de hoeveelheid lichtopbrengst: het aantal lumen. Een andere meeteenheid is lux: die geeft aan hoeveel licht er gericht op een oppervlak terechtkomt.

4. LUMEN & LUX
“Fiets je vooral op matig verlichte wegen, kies dan een koplamp tussen 100 en 400 lumen met een hoge lux. Daarmee word je gezien en heb je zelf goed zicht op de weg. Fiets je op tempo over donkere wegen, kies dan voor een lamp tussen 400 en 800 lumen met een hoge lux. 30 lux is voldoende voor in de stad, op onverlichte wegen is dat 50 lux of meer.”

5. NAAFDYNAMO
“Veel fietsen hebben standaard een ­Shimano-naafdynamo. De kwaliteit is altijd ruim voldoende. SON maakt hoogwaardige naafdynamo’s. Je ziet ze veel op reisfietsen. Ze hebben ­industrielagers, zijn lichtlopend en ­hebben een grote opbrengst.”

Lees ook: Fietsonderhoud? Specialist Menoah Gunzel geeft 10 tips

6. BINNENDOOR
“Veel nieuwe frames zijn ontworpen voor een e-bike met middenmotor. Daarbij is vaak goed nagedacht over de routing van kabels en leidingen. De stroomdraden van de verlichting worden tegenwoordig netjes binnendoor geleid, wat een goede bescherming geeft.”

7. VERBLINDING
“Zorg ervoor dat je koplamp zo’n één à twee meter voor je fiets op de grond schijnt. Dan weet je zeker dat je niemand verblindt.”

8. DE KLOK ROND
“Veel e-bikes hebben verlichting die altijd aanstaat, maar dat is niet verplicht. Zelf leveren we de fietsen zo af dat je het zelf kunt bepalen. Bij een snelle speed pedelec is permanent brandende verlichting wel verplicht overigens.”

9. GROOT LICHT
“Je hebt momenteel al e-bikes met ­remlichten, een schakelaar voor groot en normaal licht, en lampen die automatisch aangaan in een tunnel. Geweldig! Hoewel er ook nog steeds ruimte is voor verbetering.”

10. POETSEN
“Poets net als bij een auto af en toe het glas van je koplamp. Gewoon met een sopje van lauw water en afwasmiddel. Gebruik voor de stekkertjes een wolkje contactspray.”

Erik van Ginhoven
Mede-­eigenaar van Van Oirschot + Van Ginhoven – Thuis in fietsen. De zaak is al meer dan 170 jaar gevestigd in het Brabantse dorp Riel en verkoopt veel e-bikes en trekkingfietsen. Deze Flyer Upstreet 5 heeft een B+M Lumotec IQ-XS Friendly-koplamp met 80 lux. Kijk ook op THUIS IN FIETSEN

Deel.

Over de auteur

Comments are closed.