Heikel punt: barstjes in het asfalt

2

Als het gaat om fietsinfrastructuur presteert Nederland op topniveau, maar ook in de top gaan er dingen mis. Hoe fietsvriendelijk zijn onze wegen precies en wat kan er beter?

Veel fietspaden, goede fietspaden, gescheiden fietspaden, überhaupt fietspaden – nergens is de fietsinfra zo goed als in Nederland

Een walhalla qua fietsinfrastructuur

Voor buitenlandse fietsers is Nederland een walhalla: veel fietspaden, goede fietspaden, gescheiden fietspaden, überhaupt fietspaden – nergens is de fietsinfra zo goed als in Nederland. Check een willekeurig onderzoek naar de meest fietsvriendelijke steden en gegarandeerd toppen Nederlandse namen de ranglijst. Uitstekend dus, maar dat wil niet zeggen dat we alles perfect op orde hebben. Sterker nog, de fervente fietser fronst toch geregeld de wenkbrauwen: rare, hoge stoepranden, diepe bermen, bruuske hobbels, hekken en paaltjes op vreemde plekken – of erger: die half onzichtbare, liggende paaltjes. Het is een kwestie van perspectief (wanneer is iets goed genoeg?), maar onze perfectie is in ieder geval niet perfect.

Achterover leunen?

Volgens Jaap Kamminga, hoofd beleid bij de Fietsersbond, is de fietsinfrastructuur inderdaad nergens zo goed geregeld als in Nederland, maar betekent dat niet dat we rustig achterover kunnen leunen. Een aantal zaken kan nog een stuk beter. “Om te beginnen de fietspaden zelf, die veelal in de jaren negentig zijn aangelegd en zijn berekend op de hoeveelheid fietsers van toen. Sindsdien zijn de fietspaden niet veel breder geworden, maar is het aantal fietsers wel gigantisch toegenomen. Daardoor zien en horen we nu veel dat het op heel veel plekken knelt.”

Meer soorten voertuigen op het pad

“Daar komt bij dat er steeds meer verschillende voertuigen worden toegelaten, zoals brommers, scooters, stepjes, bakfietsen en fatbikes. Dat leidt tot verschillende snelheden en dus meer inhaalbewegingen, waardoor mensen zich weer onveiliger voelen. We horen vanuit de drukke gebieden dan ook geluiden van mensen die zeggen drukke plekken te ontwijken of zelfs te stoppen met fietsen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Niet al die voertuigen horen op het fietspad thuis, onze fietspaden zijn daar nu nog niet geschikt voor.”

Het draait om de details

De breedte van de fietspaden is een van de belangrijkste verbeterpunten, maar er zijn er meer. Voor fietsers draait het bij een goede infrastructuur om de details, zegt Kamminga. “Dat een putje een paar centimeter dieper is voel je met de auto niet eens, maar met de fiets is het een plek waar mensen vallen. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor een opstaand stoeprandje of een berm met veel hoogteverschil.”

Handleiding fietspaaltjes

“Ook zie je dat 90 tot 95 procent van alle paaltjes nog steeds niet goed geplaatst staat. Hoe dat kan? Dat vragen wij ons ook nog steeds af. Er is zelfs een aparte handleiding ‘Keuzeschema sanering fietspaaltjes’: is het paaltje echt nodig, en zo ja, wat is er nodig om het goed te plaatsen? Daarbij moet je denken aan een ribbelstrook voor het paaltje en verlichting. Voor dat soort details hebben we wel steeds meer oog, maar nog steeds te weinig, terwijl ze toch echt significant zijn.”

Eenzijdige ongevallen

“Als we kijken naar de cijfers zien we dat dodelijke ongevallen vaak worden veroorzaakt door botsingen met auto’s en slecht ingerichte kruispunten, maar we zien ook het aantal fietsgewonden toenemen en daarbij gaat het heel vaak om eenzijdige ongevallen als gevolg van hobbels, stoeprandjes of bochten die niet goed zijn uitgevoerd. Dat weten we uit recent onderzoek van VeiligheidNL, dat vervolgonderzoek heeft gedaan onder fietsers die op de spoedeisende hulp zijn binnengekomen en deze personen twee maanden na dato heeft benaderd met de vraag hoe het ongeluk is gebeurd. Nu is het zo dat mensen bij zelfrapportages geneigd zijn zichzelf eerder de schuld te geven dan factoren die buiten henzelf liggen, zoals medeweggebruikers en infrastructuur, maar zelfs deze zelfrapportage geeft al aan dat in een derde van de ongevallen de infrastructuur de boosdoener is. De infrastructuur geeft dus vaak nog problemen.”

Ongelofelijk positief

De genuanceerde conclusie? Het is maar net waar je mee vergelijkt, zegt Kamminga. “Vergelijk je met het
buitenland, dan zijn we ongelooflijk positief over wat we hebben. Vergelijk je met de toestand in Nederland van vijf jaar geleden, dan hadden we gehoopt dat we verder waren. In het algemeen mogen we in Nederland echt niet klagen, maar we moeten ook zeker niet stil gaan zitten. We zijn er nog lang niet.”

Tekst: Elias de Bruijne

Deel.

Over de auteur

2 reacties

  1. GERARD BRANDERHRST op

    Ik mag graag recreatief fietsen, met een gemiddelde van ca 16 km/uur
    Maar de fietspaden rond Kootwijk zal ik niemand aanbevelen.
    in de andere provincies is het nergens zo slecht als daar.
    Uw verslag vind ik geweldig, daar kan ik mij goed in vinden.

  2. Frans Blanchard op

    Ik fiets veel ( 4 – 5 duizend km per jaar) en ben het in grote lijnen eens met Kamminga. Zeker als we naar de lengte, het aantal km fietspaden, kijken. Hij stapt echter veel te makkelijk heen over de geweldige toename in aantal en soorten vervoermiddelen in de afgelopen jaren op de intussen als gevolg veel te smal geworden fietspaden. Dat speelt zeker in de stedelijke omgevingen, aar we ook nog te maken hebben met het gebruik van fietspaden als tijdelijke stop of parkeerplek door met name bezorg- en klusjesbedrijven. Als je daar dan ook nog de vele bruuske boomwortel hobbels en putgaten op de fietspaden, die uitnodigen om dan maar op het gladde autowegdek te gaan fietsen, bij optelt, dan lijkt de auto nog steeds de voorkeur te krijgen. Mijn conclusie is dan ook dat zeker in het stedelijk gebied de fiets ++ er in vergelijking met de auto steeds slechter vanaf.