Heikel punt: bescherming van fietsers in het verkeer

2

De fietser is in het Nederlandse verkeer goed beschermd: bij aanrijding met een motorvoertuig krijgt hij vrijwel altijd minimaal 50 procent van de schade vergoed, ook al is er sprake van eigen schuld. Hoe zit het ook alweer met de wetgeving op dit vlak, en is deze niet oneerlijk?

Fietsers hebben als ‘zwakke verkeersdeelnemer’ in bijna alle gevallen recht op schadevergoeding

Bescherming van fietsers in het verkeer

Stel, je rijdt door rood, wordt aangereden door een auto en hebt schade aan je fiets. Eigen schuld, dus je verlies nemen en het voorval maar snel vergeten? Niet handig. Artikel 185 van de Wegenverkeerswet, waarin de aansprakelijkheid bij ongevallen tussen fietsers en motorrijtuigen is vastgelegd, neemt fietsers sterk in bescherming: fietsers (en voetgangers) hebben als ‘zwakke verkeersdeelnemer’ in bijna alle gevallen recht op schadevergoeding.

Maarten Dammingh, letselschade­advocaat bij Joosten Advocaten, heeft veel te maken met ongevallen tussen fietsers en motorrijtuigen. “De fietser of voetganger wordt in de wet aangemerkt als zwakke verkeersdeelnemer, een motorrijtuig als sterke verkeersdeel­nemer. Met de komst van allerlei soorten elektrische fietsen is het onderscheid wat lastiger. Sommige e-bikes, bijvoorbeeld de fietsen met trapondersteuning tot 25 kilometer per uur, worden gezien als ‘zwakke verkeersdeelnemer’. Andere, zoals de elektrische fiets die harder kan dan 25 kilometer per uur, worden gezien als ‘sterke verkeersdeelnemer’.”

Motorrijtuig aansprakelijk

Uitgaande van een ongeval tussen een ‘normale’ fiets en een motorrijtuig is het motorrijtuig vrijwel altijd aansprakelijk voor een deel van de schade. De enige optie om onder die aansprakelijkheid uit te komen is dat de bestuurder van het motorrijtuig aantoont dat er sprake is van overmacht. Dat is wanneer de bestuurder rechtens geen enkel verwijt kan worden gemaakt – bijvoorbeeld wanneer iemand in het donker vanachter een wit bedrijfsbusje op het allerlaatste moment de weg opschiet waar 80 km/u wordt gereden. Maar overmacht wordt in de rechtspraak zelden aangenomen, want de bestuurder van een motorrijtuig wordt geacht rekening te houden met fouten van andere weggebruikers, bijvoorbeeld die fietser die door rood rijdt op een kruispunt.

Eigen schuld

Is het motorvoertuig aansprakelijk, dan kan de bestuurder zich nog wel beroepen op eigen schuld, met als mogelijk gevolg dat het slachtoffer niet de volledige schade vergoed krijgt. Van eigen schuld is sprake wanneer het ongeval mede aan het verkeersgedrag van de fietser te wijten is. Beroep op eigen schuld is alleen mogelijk bij verkeersdeelnemers van 14 jaar en ouder. In de rechtspraak kennen we de 50 procent-regel en de 100 procent-regel: kinderen vanaf 14 jaar en volwassen krijgen minimaal 50 procent van de schade vergoed, kinderen tot 14 jaar krijgen de volledige schade (100 procent) vergoed. Het uiteindelijke percentage hangt af van de mate waarin partijen aan het ontstaan van het ongeval hebben bijgedragen (causale verdeling). De ernst van de over en weer gemaakte fouten en andere bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld de ernst van het letsel, kunnen meebrengen dat de verdeling moet worden bijgesteld (billijkheidscorrectie). Vaak komt het neer op een vergoeding van 100 procent, maar ieder geval 50 procent.

Oneerlijk?

Oneerlijk? Dammingh snapt de gedachte, maar voor de wetgeving valt veel te zeggen. “Het idee is: als je in een auto zit, ben je in feite een gevaar op de weg en de zwakke verkeersdeelnemer moet worden beschermd tegen de gevaarlijke, sterke auto. De fietser heeft geen auto om zich heen die hem beschermt en als automobilist kun je gemakkelijk letsel veroorzaken. Wat ook meespeelt is dat auto’s verplicht zijn verzekerd. Niet de bestuurder betaalt, maar de verzekeraar – behalve in uitzonderingsgevallen waarin de bestuurder strafrechtelijk in de fout is gegaan en de verzekeraar zegt: ‘We gaan dit op jou verhalen.’ Maar dat is weer een ander verhaal.”

HIER LET JE OP BIJ EEN ONGEVAL

  • Wanneer je als fietser een ongeval met een motorrijtuig hebt, is het belangrijk dat je het kenteken van het voertuig noteert en de aansprakelijke verzekeraar achterhaalt. Als slachtoffer heb je rechtstreeks vorderingsrecht richting de verzekeraar.
  • Ook is het goed om getuigenverklaringen te verzamelen en is het verstandig om eventuele klachten te melden bij de huisarts, zodat je niet later een discussie krijgt met de verzekeraar of de klachten wel veroorzaakt zijn door het ongeval of dat er in de tussentijd iets anders is gebeurd wat de klachten kan hebben veroorzaakt.
  • Realiseer je dat je in principe schadevergoeding kunt vorderen, ook als je zelf een fout hebt gemaakt. Heb je letsel, dan kun je in in veruit de meeste gevallen schadevergoeding krijgen.

Tekst: Elias de Bruijne

Deel.

Over de auteur

2 reacties

  1. Ik, zit zelf, ook veel op de fiets,
    En vind het goed dat de fietser goed beschermd is.
    Maar ik kan er nog steeds niet over uit, dat als een fietser door rood rijdt, nog in bescherming wordt genomen. Er gaat vaak genoeg wat verkeerd, wat in mijn optiek door de fietser had kunnen voorkomen,

  2. met de komst van de mobiele telefoon, is het veiligheidsbeeld ver te zoeken van de jongere fietsers. Nu is het bij de fietsers gericht op het scherm van de telefoon. niet op het verkeer rond om je heen.
    wat je ook vaak ziet dat, s’avonds de meeste fietsers niet gezien willen worden. Met andere woorden:” zij hebben geen verlichting op de fiets”
    je ziet ze daarom ook veel te laat, als je ze dan aanrijd. is de automobilist dan nog steeds aansprakelijk!
    De auto heeft dan ook schade , Bij een wa verzekering , kan de automobilist dat zelf gaan betalen.
    ik vind dit een eenrichtingsweg , te nadele van de automobilist. het hoort van beide kanten te komen, van de automobilist en de fietser.
    ook schort het aan de verkeersregel kennis, de jongere mensen nemen maar voor lief!
    nemen voorrang i. p .v te geven. en dan krijg je een scheldpartij tegen de automobilist.
    dat is schijnbaar normaal!
    kinderen onder de 14 jaar, kan je nog een richting opduwen. een taak van de ouders.
    de conclusie is, dat in veel gevallen dat alleen de automobilist het haasje is terwijl de fietser daar ook een deel van de oorzaak is.