Nietig in het landschap
Een tiendaagse fietsreis door Marokko, door het Atlasgebergte en de Anti-Atlas. Fietsactief gaat mee op deze door reisorganisatie Djoser aangeboden reis, in een groep van twintig liefhebbers van avontuurlijke fietsreizen. Meer dan op eerdere reizen is deze groep op elkaar aangewezen in het machtige en wilde berglandschap.
Op de eerste ochtend kijken de knaapjes uit de buurt mee door de camera van fotograaf David, schouder aan schouder staan ze op een muurtje met uitzicht op het dal. De volgende morgen in een volgend dorp verdringen andere jochies zich rondom onze groep, de fotograaf koopt drie voetballen voor ze, twee euro per stuk – de jochies verdwijnen meteen naar het lokale voetbalveld om te spelen. We stappen op onze goede mountainbikes met veel versnellingen, broodnodig materiaal voor deze fietstocht van meer dan 300 kilometer door Marokkaanse gebergten en over ruwe vlaktes. ‘Om jullie zoveel mogelijk verschillende landschappen te laten zien,’ zegt reisleidster Sylvia. ‘Leggen we in totaal zo’n 1300 kilometer af, grote delen rijden we met de bus.’ Begin- en eindpunt is het kleurrijke Marrakech, waarover ik al veel heb gehoord en dat me desondanks toch weet te verrassen.
Groots
In deze tiendaagse compacte, drukke fietsreis zit een regelmaat die ik bij andere fietsreizen niet eerder tegenkwam. Elke dag sta ik om zeven uur op, douche en ontbijt, en om acht uur zet ik mijn koffer bij de bus. We vertrekken soms per fiets vanuit het hotel, maar meestal rijden we eerst nog een stuk met de bus; de stad uit of de berg over, zodat we in een afdaling kunnen beginnen met fietsen. Halverwege de ochtend houden we een koffiepauze, meestal in een klein lokaal cafeetje waar het zeker een half uur duurt om twintig koffies te maken, en waar ik het Sahara-zand meestal zelf even van de stoel klop. Op het toilet of achter de bus trek ik mijn fietsbroek aan, terwijl de chauffeurs van onze bussen de fietsen uitladen. Helm op en we kunnen vertrekken…
Een kilometer of vijftig, soms zestig, per dag. Het ene moment rijden we door vlak land met rechts van ons de Hoge Atlas, de volgende dag fietsen we door de Todra Kloof, tussen krijt-en rotsmassieven. Weer een volgende dag bezoeken we even buiten Merzouga de Erg Chebbi woestijn, met feloranje en felrode zandduinen. Elke etappe voel ik me nietig, gast in een enorm, verstrekkend landschap, dat weids en hoog is, of diep. Groots is de natuur waar ik doorheen fietst, grootser dan ik ooit op de fiets heb meegemaakt. In een lang lint rijden we als groep overal doorheen. Voorop gids Hicham, die nog jarig is ook, deze week 41 geworden. Achteraan fietst reisleidster Sylvia, altijd opgewekt, met veel energie, gevolgd door de bezemwagen in de vorm van onze bus, onze bussen zelfs. We hebben er drie. De chauffeurs zijn goedlachse kerels die zich getrouw over ons ontfermen.
Meteen de eerste dag raakt de groep versnipperd over een lange kronkelweg tussen de bergen. Ik profiteer van de gelegenheid en ik laat de dame voor me los, zak af… Voor ik het weet is er niemand meer in mijn buurt. Totale leegte, een zelf gekozen eenzaamheid. De dag loopt op haar einde, de zon hangt loom en laag. Rond mij de prachtige, prachtige roodbruine bergen, het enige dat ik hoor is het grind dat kraakt onder mijn banden…
Elke middag stoppen we voor een picknick, een picknick die zich volgens hetzelfde patroon ontvouwt. In de schaduw van een grote boom op een vlakte, achter een benzinestation waar in de schaduw een lange tafel staat. In de woestijn met opstuivend zand worden de bussen zo neergezet dat we uit de wind zitten. De chauffeurs beginnen te koken, geholpen door behulpzame handen van onze kant. In de holte van een boom worden op een gaspit eitjes gebakken en zelfs linzen gekookt, muntthee wordt gezet en in een prachtige zilveren theeset uitgeserveerd. Robuust dagvers brood en tonijn staan op tafel, en er zijn groenoranje mandarijnen die veel beter smaken dan thuis en granaatappels die je zo openscheurt. Er is een kraantje met zeep om de handen te wassen. In lotushouding zitten wij klaar op de kussens om aan te vallen, want we hebben altijd honger – het fietsen is pittig, de temperatuur is stevig. We drinken liters water.
Ook na de lunch fietsen we vaak nog een flink stuk. Samen met de fotograaf eet ik ’s avonds meestal buiten de deuren van het hotel; we belanden in verlaten restaurantjes waar we nog snel voor sluitingstijd een soep krijgen voorgezet, terwijl makke straathonden zichzelf buiten te goed doen aan restjes tajine. We eten op houten krukjes een met aardappel en kip gevuld broodje in Erfoud bij een straattent, voor negentig cent, onder toeziend oog van de eigenaar die met zwarte handschoenen aan het broodje heeft bereid. Zodat ik zeker weet dat we hier niet ziek van gaan worden en dat worden we ook niet. Op een avond pikken we in een cafe nog een helft mee van de voetbalkraker Marokko-Congo; bier of wijn is er niet te bestellen, dus nemen we thee en cola, een zakje chips erbij en we juichen mee met de heren naast ons wanneer Marokko uiteindelijk wint.
Verder lezen?
Lees het vervolg over de Fietsreis in Marokko in het dubbeldikke winternummer FietsActief 8/9
Nu in de winkel of bestel het nummer via deze link online.
Tekst Roman Helinski foto’s: David Peskens




Reacties