Mijnsteenbergen, koeltorens en Tunesische vijgenlikeur in Henegouwen

Op de grote mijnsteenberg en kijk uit over Charleroi. Een spoorlijn kruist onderlangs, daarachter liggen hoogovens, koeltorens en fabrieken. Fotograaf David klimt hoger de mijnberg op, baant zich een weg tussen de begroeiing door. Op zoek naar het perfecte plaatje van deze intrigerende, rauwe stad.

We rijden twee dagen rond in Henegouwen met als startpunt Mons, dat we in Nederland als Bergen kennen. Ze praten hier Frans, en het voelt ook als Frankrijk; de mensen, de gebruiken, het eten dat ons wordt voorgezet. In 2015 was Mons de culturele hoofdstad van Europa –inmiddels is het spotlicht op de stad wat gedimd. In het historisch centrum spreekt het grote zilveren beeld Lucie et les Papillons tot de verbeelding. Beoogd pronkstuk tijdens het culturele jaar moet het enorme station zijn geweest; een massief wit bouwwerk, ontworpen door de Spaanse architect Santiago Calatrava, die ook verantwoordelijk is voor het station van Luik. Maar de ambitie om het station in Mons in 2015 op te leveren

Mijnsteenbergen en mijnleed

Met een lus fietsen we naar Charleroi, een kilometer of zeventig is die route. Buiten Mons is het onmiddellijk groen, fazanten houden zich op in de weilanden vol paarse dovennetel. Boshyacinten bloeien in de hellingbossen langs de Sambre. Mensen ontmoeten we minder makkelijk, behalve op een braderie waar ik kleine verse wafels koop voor vijftig cent per stuk. Voor ons verrijzen bergen in het landschap; kunstmatig gemaakt, door het afval dat ooit uit de mijn werd opgedolven. De heuvels worden mijnsteenbergen genoemd of mijnterrils, en zijn bijna altijd begroeid met gras en een rijke schakering pioniersboomsoorten. Meer dan duizend zijn er te vinden in Wallonië. Ze zorgen voor een merkwaardig landschap, waarin meer objecten verschijnen die ik niet meteen kan plaatsen: watertorens staan rijzig in de velden, als omgekeerde halve zandlopers. Ik fiets tegen de scheepslift van Strépy-Thieu aan, een enorm bouwwerk dat schepen overzet naar een hoger gelegen kanaal.

De lift is van kilometers ver te zien. Het Centrumkanaal volgen we de hele dag: we jakkeren erlangs, steken zeker een keer of zes eroverheen. Stil staan we, iets later op de dag, bij het mijnmuseum Le Bois du Cazier, vanwege het indrukwekkende verhaal. We hebben er een stuk voor om moeten rijden, maar wilden hier per se naartoe. Het museum was tot de jaren zestig een steenkoolmijn. In 1956 vond hier de grootste Belgische mijnramp uit de geschiedenis plaats, waarbij meer dan 250 mensen stierven. Onder wie meer dan honderd Italiaanse gastarbeiders. Familieleden stonden tijdens de mijnramp aan de hekken van het terrein met honderden mensen om te smeken voor informatie over hun geliefden, terwijl een enorme brand woedde. De ramp ontstond doordat de omstandigheden in de mijn veel te gevaarlijk waren, veiligheidsvoorschriften werden vanwege besparingsmaatregelen niet nageleefd. Het zorgde voor een verhit debat in België, zeker ook over de manier waarop de mijnbazen omgingen met de in Italië geronselde gastarbeiders. Een vreselijke tragedie…

Door de industriële zone

Op de tweede fietsdag trekt er een stevige wind over Wallonië, donkere wolken boven de fabrieken van Charleroi; hete stoom komt boven het hek uit waar ik tegenaan leun, terwijl ik kijk naar de oude elektriciteitsfabriek. Maxim, een jonge Waal, poetst graffiti weg op een bijgebouw. Hij vertelt dat de fabriek gaat sluiten – in het Frans, zijn Engels is niet goed. Maxim woont niet in Charleroi, daar is het hem te druk; terwijl we spreken, poetst hij ijverig verder. Kilometerslang fietsen we door industrieel gebied, mensen komen we na Maxim eigenlijk nauwelijks tegen. Overal geluiden van werkzaamheden, soms verbergen we mond en neus achter de kraag van onze jas en houden onze adem in. Een enorm schip komt over het kanaal aan; met een lading grond, de kade wordt verstevigd….

 

Verder lezen?

Lees het vervolg van dit reisverhaal in FietsActief 8/9.
Nu in de winkel. Of bestel het nummer via deze link online

Tekst: Roman Helinski Foto’s: David Peskens

 

 

 

 

 

Deel dit artikel

Over de auteur

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *