Appenzell: Een oase van oorspronkelijkheid en traditie
In het moderne Zwitserland ligt Appenzell, een streek vol tradities. Het Fietsactief-team gaat mee op de Alpenvaart en geniet van een worstje op een openbare barbecue. Dit is alles in een duizelingwekkend mooi berglandschap.
Mist vult de vallei, dampt al snel over de bergkammen heen, als badschuim dat over de rand van het bad stoomt. Koebellen klinken in het dal dat helemaal niet te zien is, totdat de grillige mist plots optrekt, en zich verplaatst naar het bos achter me. De zanderige bosweg waarover ik net slingerend naar boven ben komen fietsen, is op slag aan het zicht onttrokken. Aan de horizon zie ik voor het eerst de bergtoppen en de hoge piek van de Säntis, waar het stevig aan het sneeuwen is.
Appenzeller kazen
Ik begin mijn reis in het kleine stadje Teufen. Jolanda van het toerismekantoor vertelt me tijdens de lunch over haar streek, terwijl ik aspergesoep eet. Appenzell valt uiteen in twee half kantons: Innerrhoden en Ausserrhoden, die samen tot het kanton St. Gallen behoren. Tussen de beide delen heerst animositeit. Innerrhoden is katholiek, Ausserrhoden protestant. Hier en daar staan op muren oproepen gekalkt voor hereniging. Mijn fietstocht door het Appenzellerland gaat vooral door het katholieke gedeelte. In Stein ontmoet ik in de Schaukäserei – een kaasfabriek – de fantastische Ralf, een lieve vent met een twinkeling in de ogen, zeker wanneer hij vertelt over de befaamde Appenzeller kaas.
De kazerij is een coöperatie van ongeveer veertig kaasmakers en een veelvoud aan boeren die melk leveren. De afspraak is dat de melk binnen een straal van vijftien kilometer van de kazerij moet worden geproduceerd. Ralf draagt het oorbelletje in het rechteroor, de hele reis ontmoet ik mannen met een oorbel in dat oor. Traditie. Ralf vertelt ook over andere tradities, zoals Silvester, oudjaarsavond. Op die dag trekken de inwoners in zelfgemaakte, bonte pakken door de straten. Ralf vertelt ook over de alpenvaart. Als het gras op de alpenweiden lang genoeg is, aan het einde van de lente, sturen de boeren de koeien de alp op; dit gebeurt traditioneel op zaterdagmorgen in alle vroegte, in klederdracht; met gezang…
Alpenvaart
Die zaterdagmorgen sta ik om zes uur op en fiets een stuk over de Schwägalp. Ter hoogte van een kluster boerderijen, onderschep ik de boeren en hun kuddes. Ze komen net de steile berg op, moe van de lange klim vanuit het dal. De boeren laten de koeien los en drinken met elkaar en ze zingen. Geen lied met woorden, maar met klanken die ze uitstoten, onder begeleiding van drie enorme koeienbellen die de hele weg omhoog zijn meegedragen. Het verheugt me dat deze jonge kerels samen zingen terwijl er – op mij na – niemand is; dit gebeurt niet voor de bühne, het is een traditie die in stand wordt gehouden door de jongeren. Af en toe wordt het schouwspel onderbroken door het daverende kabaal van lawines die zich achter ons omlaag storten. Ik zou bijna vergeten dat we hier in de bergen zijn en dat het de afgelopen dagen nog flink heeft gesneeuwd bovenop de Säntis, ongebruikelijk zo laat in het voorjaar.
Die sneeuw begint omlaag te glijden over de bergflanken. Honderden meters spelen deze lawaaierige lawines zich af van de fietspaden, de situatie is hartstikke veilig, maar ik kom dichter dan ooit bij het sneeuwgeweld. Ook de boeren in de streek kijken geïntrigeerd toe als er weer een baklading sneeuw omlaag komt gedaverd. Ondertussen is het landschap waar ik na de Alpenvaart doorheen fiets weergaloos. Een groen ruig decor. Bergrivieren stromen wild, watervallen storten zich omlaag. Een marmot staat verderop rechtop en houd de weg in de gaten, twee gemzen klimmen hoger en hoger en ondertussen klinken op de achtergrond meer lawines. Een boer zet, met zijn zwangere vrouw paaltjes neer naast het fietspad. ‘ Voor de alpenvaart,’ zegt hij. ‘We gaan de volgende zaterdag omhoog met de koeien.’ Als ik vraag of hij dit in klederdracht zal doen, knikt hij stellig. “Natürlich!”
Veel water
Koeien en water zijn een constante deze reis. Soms staan de koeien midden op het fietspad als poortwachters, rustig maar nieuwsgierig. Ze snuffelen aan mijn fietstassen – ze volgen me een hele poos als ik stapvoets wegrijd, kijken me na tot ik uit het zicht verdwijn. Op een andere plek staan ze met hun poten in een flinke plas water. Er is erg veel regen gevallen voor deze periode van het jaar; elke ochtend hangt er een haag van mist tussen mij en het landschap, de rivieren stromen op volle kracht, hier en daar zijn Erdrutsches, aardverschuivingen. De Bodensee, die ik….
Verder lezen?
Lees het vervolg van het reisverhaal in het Zwitserse Appenzell in FietsActief 7.
Nu in de winkel. Of bestel het nummer via DEZE LINK online.
Tekst: Roman Helinski foto’s: David Peskens
Reacties