Ons nieuwe jaar begint op 1 januari. Maar mensen die in de rijwielindustrie werken, trappen dat jaar al af zes maanden voor wij een nieuwe kalender ophangen. Zo zijn rond juli al de eerste fietsmodellen voor 2021 van de band gerold. Waarom is dat? Technisch redacteur Menno Grootjans vraagt het fietsmerk Merida.
Het Merida Experience Center foto: Sven Scholten
Het jaar 2021 in FietsActief nummer 8/9
In het komende dubbeldikke nummer van FietsActief dat op 4 december verschijnt – ja, nog even geduld, we zijn druk bezig – vind je een overzicht van een aantal van de, soms opvallende, nieuwe modellen die komend jaar te koop zijn. Er is keuze te over, vooral als je iets elektrisch wil.
Fietsmodellen voor 2021
Eerst even over Merida: dit merk bestaat sinds 1997 en is naast fabrikant van een uiteenlopende reeks eigen tweewielers ook producent voor andere merken. Dat wil zeggen dat er in de fabrieken in Taiwan en China ook frames en fietsen voor derden van de band rollen. Merida heeft wereldwijd 91 importeurs en eentje daarvan huist in Apeldoorn, waar het merk een eigen Experience Center heeft.
Ik ben op bezoek bij Merida Benelux BV. Officieel is Merida Thais, maar in de Duitse stad Magstadt huist het Reserach & Development-team. “Daar werken dertig tot veertig mensen aan het ontwikkelen van nieuwe modellen, maar ook het doorontwikkelen van al bestaande fietsen”, vertelt Bart Oosting, medewerker marketing en sales van Merida Benelux. “Ook wij zijn daar als vertegenwoordiger voor de ‘backbone-landen’ nauw bij betrokken.”
Bart Oosting van Merida
Hoe loopt de tijdijn?
Als ik Bart spreek is het begin maart 2020. In de showroom en op de website staan alle modellen voor 2020.
“En ze staan uiteraard ook bij onze dealers. Die hebben ze al in 2019 op voorhand kunnen zien en bestellen. Dat gebeurt tijdens zogenaamde dealershows. Die zijn belangrijk, omdat we dan ook meteen kunnen zien of wat wij denken dat gaat lopen zich ook werkelijk zo gaat vertalen”.
Wat dit jaar in de winkel staat, is dus begin van de zomer 2019 al getoond aan de dealers. En de importeurs zaten daar nog voor. “Wij zien in de winter of het vroege voorjaar al de eerste modellen voor het jaar erop. Dat gaat in het begin vooral via e-mail en online-presentaties, maar één keer per jaar zien we de nieuwe collectie in levende lijve. De belangrijkste importeurs worden dan uitgenodigd. Dat betekent dat we een dag of twee in een hotel in de buurt van een vliegveld alle modellen zien. Merida maakt zo’n tweehonderd modellen. Wij nemen er daarvan zo’n 120 modellen op in onze collectie”.
Nieuwe inzichten
Het contact met mede-importeurs levert tijdens die bijeenkomsten vaak nieuwe inzichten op. “Kijk, de normale e-bike is erg Nederlands en Duits georiënteerd. Als wij hier een elektrische fiets vormgeven en afmonteren dan zal die vrijwel over de hele wereld goed verkocht worden. We hebben daarbij voordeel van onze eigen ervaring als fietsers en van de grote concurrentie in de Benelux. Daarnaast zijn de eisen die de EU stelt aan fietsen en e-bikes hoog. Dus je weet altijd dat je een degelijke, veilige fiets hebt. Maar soms worden we ook wel eens verrast door een ontwikkeling uit andere contreien. Neem de Merida E-One Forty bijvoorbeeld, een elektrische mountainbike. Die heeft een soort ventilatieopening bij het balhoofd. In een land als Australië zijn de temperaturen hoger dan bij ons, dus daar is zo’n ‘Thermo Gate’ natuurlijk relevanter. Maar het is wel
erg ingenieus.”
Hoe bepaalt Merida Benelux welke modellen het bestelt voor het nieuwe seizoen en welke niet?
“Een collectie moet consistent zijn en er moet zo weinig mogelijk overlap tussen modellen zijn. We kijken ook naar zaken als onderdelengroep, het merk en type banden en de wielen. Vooral bij duurdere mountainbikes, racefietsen en e-bikes kan zoiets een model maken of breken. Daarin werken we ook samen met onze dealers. Met hen hebben we dan ook regelmatig rondetafelgesprekken, waarin zij hun wensen kunnen uiten. Daarnaast zijn er ook wel eens kleuren waarvan wij denken: doe maar niet. Merida werkt goed samen met Shimano, die levert onder meer de motor. Dat is een bewuste keuze. Het levert een hoop voordeel op als je e-bike-systemen in dezelfde regio gemaakt worden als de frames. Als we bijvoorbeeld voor Bosch zouden gaan, zouden de Duitse motoren verscheept moeten worden naar het Verre Oosten. Dat kost tijd en geld.”
De toekomst
Inmiddels is de selectie voor 2021 al klaar. Tenminste, zegt Bart, “wat wij gezien hebben. We denken nu al na over 2022. Merida vaart een eigen koers, maar we luitsteren ook naar onze toeleveranciers.” Veel kan hij daar niet over kwijt. Alleen dat Merida haar fietsen nu heeft onderverdeeld in twee soorten: HP (Human Powered, dus zelf trappen) en E (Electric, dus trapondersteuning). En die laatste groep wordt verhoudingsgewijs steeds groter. “Net zoals je dat ziet bij auto’s en motoren.”
Heeft Bart het qua selectie ook wel eens bij het verkeerde eind? Ja, moet hij toegeven. Met enige zelfspot: “Sommige modellen blijken dan beter te lopen dan verwacht. En dan moet ik toch via een andere importeur nog ergens een partij los zien te krijgen.” Andersom is ook wel gebeurd. Zo importeerde hij een flink aantal Merida Silex gravelbikes, die aanvankelijk niet bepaald de deur uitvlogen. “Het duurde even voor ze aansloegen,
nu verkopen we ze gelukkig volop.”
Meer over Merida vind je HIER op de website.
Lees ook: Nieuwe fiets kopen? 7 tips
